Er is veel over gezegd en geschreven; kunstmest. Maar wat is het eigenlijk en hoe gebruik je het effectief?
Kunstmest is een samenstelling van voedingsstoffen voor de gewassen. Ieder gewas stelt bepaalde eisen aan de bodemkwaliteit om uit te kunnen groeien tot sterke, vruchtdragende planten. Om hier bij te helpen wordt kunstmest ingezet om de planten te voorzien van de juiste voedingsstoffen.
Je kunt niet op ieder moment en bij iedere plant kunstmest toevoegen. Geef je bijvoorbeeld mest tijdens het uitplanten dan loop je een grote kans dat de wortels van de plant verbranden. Hoe, wanneer, hoeveel en waarom je dan wel kunstmest toevoegt leggen we je uit.
Klik direct naar wat je zoekt
Wat is kunstmest?
Meststoffen bestaan voor het grootste gedeel uit stikstof, kalium en fosfor. Deze drie chemische stoffen zorgen voor een verhoogde productiviteit en weerstand van de gewassen. Door de opname van deze voedingsstoffen door de gewassen kan de oogst vergroot worden en worden de planten meer weerbaar tegen ziekten en plagen.
Voordat je begint met het zaaien of uitplanten in de moestuin is het aan te raden om te weten hoe het gesteld is met de kwaliteit van de bodem. Gewassen halen namelijk hun voedingsstoffen uit de bodem, die ze nodig hebben om uit te groeien tot sterke en vruchtbare planten. Tijdens het seizoen nemen de gewassen voedingsstoffen op uit de bodem, die weer aangevuld moeten worden voordat de volgende gewassen geplant worden. Om het niveau van voedingsstoffen weer op peil te krijgen maak je gebruik van kunstmest.
Bij voorkeur test je de kwaliteit van de bodem in de herfst. Hier lees je alles over het testen van de bodemkwaliteit. Dit is een stap die vaak overgeslagen wordt, maar cruciaal is voor het succesvol telen van eigen groente. Immers, zonder voldoende voedingsstoffen wordt het erg lastig om gezonde gewassen te telen met als resultaat een tegenvallende oogst. Na het testen weet je precies wat de grond nodig heeft om weer op gezond niveau te komen voor de volgende gewassen.
Naast een gebrek aan voedingsstoffen in de bodem kan er ook een overschot ontstaan. Pas daarom goed op dat je niet te veel bemest of op het verkeerde moment. Zitten er te veel voedingsstoffen in de bodem, dan ligt de kans op abnormale groei door de plant op de loer.
Wanneer bemest je de moestuin?
Voordat je gaat beginnen met het moestuinseizoen wil je de bodemkwaliteit op orde hebben. Het bemesten doe je dus bij voorkeur in eerste instantie in het voorjaar. Op basis van een bodemtest kun je bepalen welke meststof het meest geschikt is. Hou op dit moment ook voor ogen welke gewassen je wilt planten. Zo zijn sommige gewassen zuurminnend terwijl andere gewassen beter groeien in een kalkminnende bodem.
Op het moment dat je de zaailingen uitplant in de moestuin kun ze nog een extra boost geven door nogmaals mest toe te voegen aan de bodem. Kies in dit geval voor een vaste meststof, omdat vloeibare mest de wortels van zaailingen snel kan verbranden. Meng de meststof goed door de grond en bewater ruim.
Meststof voeg je toe aan de grond, maar niet te diep. Bemest maximaal 10 cm diep in de bodem, zodat de voedingsstoffen makkelijk opgenomen kunnen worden door de gewassen.
Met name planten zoals tomaat en aardappel hebben ook tijdens het groeiseizoen extra voedingsstoffen nodig. Deze gewassen gebruiken over het algemeen veel voedingsstoffen uit de bodem. Zodra de tomatenplant bloemen geeft voeg dan wat extra stikstofarme meststof toe. Hiermee wordt de productie van bloemen en fruit bevordert, in plaats van de groei van de bladeren.
Welke meststof gebruiken?
Om te bepalen welke meststof je nodig hebt is basiskennis van de bodem noodzakelijk. Laat een bodemtest uitvoeren bij het tuincentrum of test zelf de grond met een pH-bodemtest.
Op de verpakking van de meststof vind je een cijfercombinatie. Deze ziet er bijvoorbeeld uit als 3-4-4 of 8-24-8. Deze drie cijfers geven de verdeling aan in de belangrijkste drie voedingsstoffen: Stikstof, Fosfor en Kalium. De cijfercombinatie geeft de verhouding van de voedingsstoffen aan. Naast deze drie voedingsstoffen kunnen er ook stoffen in zitten zoals calcium, magnesium, ijzer en mangaan.
Start je net met de moestuin, dan wil je beginnen met een basis meststof. Deze heeft de verhouding 3-4-4 en is geschikt voor kruiden en groente. Ben je van plan om ook tomaten te gaan telen dan wil je voor die plaats een speciale kunstmest gebruiken met een verhouding van 3-4-6, met extra calcium om bladrot te voorkomen. Zorg in ieder geval voor een laag eerste cijfer (dit is het gehalte stikstof) omdat te veel stikstof bladgroei bevordert maar daardoor minder vruchtgroei veroorzaakt. Stikstof wil je bij de groente daarom ná de oogst toevoegen.
Er zijn een aantal groentesoorten die géén bemesting met stikstof willen: zoete aardappel, watermeloen, wortel, bieten, rapen, sla en pastinaak.
De beste manier om de moestuin te bemesten
Voordat je kijkt naar hoe de moestuin bemest kan worden is het goed om een keuze te maken tussen een vaste of vloeibare meststof. Zowel de opname door de plant als de wijze van toedienen verschilt bij deze twee soorten mest.
Vaste meststoffen
Om de bodemkwaliteit te verbeteren voeg je vaste meststof toe voordat je de gewassen uitplant. Strooi de korrels over de bodem en verwerk ze vervolgens in de bovenste 10 centimeter grond. Wil je op een later moment een extra gift doen, doe dit dan niet direct rondom de plant. Werk je met verhoogde rijen, voeg de meststof dan naast de rij toe. Zorg er in alle gevallen voor dat de wortels niet beschadigd worden bij het vermengen van de korrels in de grond.
Wordt er regen verwacht? Voeg vlak daarvoor meststof toe aan de bodem, zo wordt het makkelijker opgenomen door de bodem en wortels van de gewassen
Vloeibare meststoffen
Vaste meststoffen die vloeibaar aangebracht worden kun je eenvoudig in water oplossen. Volg de instructies op de verpakking voor de verhoudingen. Neem het deel meststof en voeg hier (regen)water aan toe. Bemest de plant door de bladeren te sproeien en de vloeistof toe te voegen aan de grond rondom de stam.
Begin met het toevoegen van vloeibare meststoffen minimaal 3 weken na het uitplanten. Op dit moment hebben de wortels voldoende tijd gehad om te herstellen en worden zij niet beschadigd door de toevoeging van meststof. Bewater de planten vóórdat je de meststof toevoegt. Zo verbranden de wortels niet door de droge grond. Sproei de bladeren op hete dagen alleen in de vroege ochtend, zodat het middel door de plant opgenomen kan worden voordat het verbrand in de zon.
Geef nooit vloeibare meststof bij het uitplanten in de moestuin! Bij het uitplanten van de gewassen breken er altijd een paar wortelharen af. Op deze plekken kan de vloeibare meststof direct tot de wortels binnendringen waardoor de wortels verbranden en in het uiterste geval de plant afsterft.
Verschillen verwerkte en organische meststoffen
Voedingsstoffen in organische en kunstmatige mest zijn moleculair identiek. De plant merkt geen verschil in beide stoffen. Het verschil tussen beide soorten is hoe de voedingsstoffen beschikbaar worden gesteld aan de plant. Daarnaast zorgt organische meststof ook voor bodemverbetering, terwijl verwerkte meststoffen geen verschil maken in bodemkwaliteit.
Verwerkte meststoffen
Onder verwerkte meststoffen worden synthetische en chemische stoffen verstaan. Vanuit natuurlijke producten zoals fosfaaterts, natriumchloride en kaliumchloride worden geconcentreerde stoffen gewonnen. Deze stoffen staan er om bekend dat ze snel afgegeven worden in water zodat de plant de voedingsstoffen snel op kan nemen. In sommige gevallen wordt er een coating om de meststof gedaan, zodat de voedingsstoffen over langere periode de stoffen afgeven aan de plant. De afgifte wordt zo kunstmatig vertraagd.
Organische meststoffen
Een biologisch alternatief op verwerkte meststoffen zijn organische meststoffen. Deze materialen zijn afkomstig van planten die gedoseerd voedingsstoffen afgeven als de micro-organismen in de bodem afbreken. Het grote voordeel van deze voedingsstoffen is dat ze de bodem niet vervuilen omdat de gehele stof opgenomen en afgebroken wordt. De meeste organische meststoffen hebben van nature een langzame afgifte van voedingsstoffen. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Dierlijke mest, biologische vaste stoffen en visemulsie geven (een deel van) de voedingsstoffen snel af.
Van beide meststoffen zijn de voedingsstoffen gelijkwaardig. Belangrijk om te weten is het verschil tussen meststoffen met langzame afgifte en snelle afgifte. Meststoffen met langzame afgifte doseren de voedingsstoffen op een gecontroleerde wijze. Hierdoor kan de plant langdurig voedingsstoffen opnemen en is dit een relatief veilige manier van bemesten. Snelle afgifte wordt met name gebruikt voor planten met een ernstig tekort aan voedingsstoffen. Deze, met name synthetische, stoffen zijn in water oplosbaar en geven daardoor een snelle dosis af aan de wortels. Bij overgift kan verbranding van de wortels optreden, dus wees hier altijd alert op.
Je komt het wel eens tegen; meststof speciaal voor tomatenplanten of aardbeien. Het verschil met deze meststoffen is de verhouding in nutriënten. De plantspecifieke meststoffen bieden helaas geen extra voordeel ten opzichte van de reguliere meststoffen. Raak bekend met de NPK-waarden en de kwaliteit van je eigen grond. Op basis hiervan kun je mest toevoegen die het beste past bij de behoefte van jouw moestuin.
Gebruik voor de dosering altijd de informatie op het etiket van de meststof. Er kunnen namelijk aanzienlijke verschillen zitten in het gebruik van korrels ten opzichte van vloeibare meststoffen. Als vuistregel wordt uitgegaan van 50 à 100 gram kunstmest per vierkante meter in de moestuin.
Kunstmest gebruiken we in de moestuin om de gewassen een boost te geven en de bodemkwaliteit te verbeteren. Planten die in bakken of moestuinzakken groeien hebben wat extra aandacht nodig. Lees hier verder over het bemesten van moestuinzakken voor een succesvolle teelt.