Misschien wel de smakelijkste vrucht uit de moestuin: de aardbei. Als je deze eenmaal zelf geteeld en geproefd hebt wil je ze waarschijnlijk niet meer uit de supermarkt. Met een beetje extra aandacht en inspanning kun je makkelijk je oogst vergroten en zo het hele zomerseizoen genieten van je eigen verse aardbeien.
Aardbeienplanten zijn vatbaar voor ziekten en schimmels doordat ze laag tegen de grond groeien. Bescherm daarom de vrucht tegen invloeden van buitenaf en geef de plant een extra boost voor een zo groot mogelijke opbrengst.
De aardbei is een veelzijdige vrucht. Van vers geplukt tot taart en jam; de mogelijkheden met dit gewas zijn eindeloos. Voor een zo groot mogelijke opbrengst van grote, glanzende aardbeien zetten we tien tips op rij voor een succesvolle oogst.
Klik direct naar wat je zoekt
1. Stikstof
Belangrijke extra voeding voor aardbeien is stikstof. Ondanks dat je dit wilt toevoegen voor een goede oogst kun je hier beter wel voorzichtig mee zijn. Geef de plantjes in het voorjaar en in het najaar een stikstofrijke meststof. Geef je namelijk te veel, dan krijg je veel bladeren maar geen vruchten.
Gebruik geen zuivere mest omdat het risico op verbranden van de wortels groot is bij deze plant!
Natuurlijke alternatieven zijn bloedmeel, visemulsie, dierlijke mest en compost. Als je het verbranden van de wortels tegen wilt gaan voeg je bij voorkeur in de ochtend na het bewateren de mest(thee) toe. Bij voorkeur geef je 20 tot 30 gram per plant. Teel je de planten in pot hou dan een volume aan van 2 tot 4 gram per liter grond.
2. Bewateren
De aardbeienplant is een dorstige plant. Droogtestress voorkomen is dan ook erg belangrijk om een grote oogst te kunnen krijgen. Zet niet zomaar roekeloos de tuinslang op de plantjes, want hiermee kun je flinke schade aanrichten. Het beste bewater je de plant aan de bodem en niet van bovenaf. Voorkom in ieder geval dat het water op de plant terecht komt. De aardbeienplant is namelijk vrij vatbaar voor schimmels en ziekten die veroorzaakt worden door vochtige omstandigheden. Altijd de bladeren mispeilen dus bij het bewateren!
3. Mulchen
Aardbeien groeien, in tegenstelling tot de meeste vruchten, op de grond. Hierdoor kan de aardbei makkelijk rotten door de organische bodem. Ook is de vrucht op deze manier direct toegankelijk voor allerlei diertjes zoals wormen om aan te snoepen. Een echte must voor het telen van aardbeien is dan ook het mulchen rondom de plant. Niet alleen beschermt dit de vruchten, ook houdt het de bodem op temperatuur, houdt het onkruid tegen en gaat er minder vocht verloren in warme perioden.
Het beste mulchmateriaal voor aardbeienplantjes is stro. Heb je een flink aantal plantjes? Kies dan niet voor een zak stro bij het tuincentrum maar kijk of er een boer in de buurt is waar je balen stro van kunt overnemen. Scheelt een stuk in de kosten!
4. Bescherm de planten
Net zoals wij genieten van de smaak van aardbeien, doen een aantal dieren dat ook. Met name vogels en naaktslakken zijn soorten die graag de aardbeienplant opzoeken. Bescherm daarom je planten om te voorkomen dat deze aangevreten worden. Tegen vogels plaats je een net over de gewassen. Heb je veel (naakt)slakken op de loer liggen, kies dan voor een beschermlaag rondom je planten zoals epsomzout of lavakorrels.
5. Bloemen verwijderen
Heb je een doordragend aardbeienras? Dan kun je het beste de eerste bloemstengels verwijderen. Dit soort aardbeienplant maakt namelijk al erg snel bloemen, terwijl er nog niet voldoende bladeren aan de plant zitten. Als je de eerste drie bloemstengels verwijdert steekt de plant de energie in het maken van bladmassa. Dit zorgt uiteindelijk voor een langere oogsttijd en grotere aardbeien. Let op: dit geldt alléén voor doordragende rassen. Kortdragende rassen maken geen nieuwe bloemen meer als je de bloemstengels verwijdert. Lekker laten zitten bij kortdragende rassen dus! Hier lees je meer over de verschillen tussen kortdragende en doordragende variëteiten.
6. Verwijder uitlopers
Aardbeienplanten staan er om bekend om veel uitlopers te produceren. Je herkent uitlopers aan lange stengels vanuit de hoofdplant. Zou je deze laten zitten, dan gaan de energie en voedingsstoffen van de hoofdplant naar de ontwikkeling van een nieuwe plant in plaats van het produceren van vruchten. Wil je wel nieuwe planten vanuit de hoofdplant? Laat dan niet meer dan drie uitlopers per plant uitgroeien.
7. Onkruid verwijderen
Laten we eerlijk zijn; nergens in de moestuin wil je onkruid hebben. Onkruid kan de wortels van je gewassen beschadigen en het vocht uit de bodem halen wat voor je groenten en fruit bedoeld is. Bij aardbeienplanten wil je extra goed opletten op onkruid. Ook hier geldt: doordat de vrucht op de bodem groeit is deze vatbaarder voor invloeden van buitenaf. Onkruid vergroot de kans op ziekten en schimmels, en dus helemaal als het zo dicht in de buurt van de aardbeienplant groeit. Mulch kan een groot gedeelte van het onkruid tegenhouden maar wees altijd alert op ongewenste begroeiing bij je aardbeienplanten.
8. Verwijder rottende aardbeien
Helaas komt het wel eens voor: de vrucht is beginnen te rotten voordat je deze kon oogsten. Dit is enerzijds zonde van die ene vrucht, maar belangrijker nog: deze kan de rest ook infecteren. Verwijder daarom altijd zo snel mogelijk rottende vruchten van de plant. Zo voorkom je schimmelziekten in de plant.
9. Snoeien
Aardbeien zijn meerjarige vaste planten. Na het groeiseizoen hebben ze dus wat verzorging nodig om de winter goed door te kunnen komen. Cruciaal hierbij is het terugsnoeien van de plant.
Snoei de plant na het groeiseizoen flink terug. Laat ongeveer 5 tot 8 centimeter van de plant staan, snoei de rest weg. Geef de planten nog een extra laagje stikstof voor het overwinteren. Het snoeiafval kan op de composthoop.
10. Planten vervangen
Ondanks dat de aardbeienplant een meerjarige plant is, zal de productie na verloop van tijd wel afnemen. Over het algemeen kun je een aardbeienplant prima vier jaar lang hergebruiken. Na vier jaar wordt het tijd om de plant weg te halen en nieuwe planten aan te schaffen om een mooie oogst uit de plant te kunnen halen. In plaats van nieuwe plantjes kopen kun je natuurlijk ook gebruik maken van uitlopers van de hoofdplant!
De naam zegt het eigenlijk al: kortdragende rassen produceren in een korte tijd de vruchten. In een korte periode kun je veel aardbeien oogsten. De doordragende rassen produceren over een langere periode aardbeien.
Zeker! De aardbeienplant is een heel geschikt gewas om in pot te groeien. Hier heb je ook minder ‘last’ van de invloeden van onderaf (rotting op de bodem en aantasting door het bodemleven) omdat de aardbeien over de rand van de pot hangen. Blijf de aardbeienplant in pot wel beschermen tegen vogels!
De aardbeienplant is misschien wel één van de leukste gewassen in de moestuin. Lastig om af te blijven, heerlijk qua smaak en nog gezond ook. Volg deze tien tips en zorg voor een succesvolle oogst dit jaar!