Eindelijk is het moment daar: de zaailingen die je met veel aandacht en zorg ontkiemd hebt zijn groot en sterk genoeg om naar buiten te gaan. Voordat de zaailingen klaar zijn om uit te planten moeten ze wennen aan de andere omstandigheden buiten; je moet de zaailingen eerst afharden. Zo voorkom je verzwakking van de jonge plantjes.
Zaailingen die binnen voorgezaaid zijn laten wennen aan het buitenleven voordat ze de tuin in gaan wordt afharden genoemd. Laat je de zaailingen niet afharden voordat ze de tuin in gaan dan loop je meer risico op een zwakke planten, ziekten en plagen en een tegenvallende opbrengst.
Een veelgemaakte fout door moestuinierders: de zaailingen die met veel liefde gezaaid zijn niet afharden voordat ze naar buiten gaan. De overgang van binnen naar buiten is groot; binnen heb je immers geen direct zonlicht, wind en regenbuien. Start daarom 10 tot 7 dagen voor het uitplanten met het afharden van de zaailingen.
Waarom de zaailingen afharden?
Alle planten hebben een beschermende wasachtige laag op de bladeren (cuticula). Dit vettige laagje beschermt de plant tegen uitdrogen, stoot water af en filtert ultraviolet licht.
Zaailingen die binnen opgekweekt zijn hebben deze cuticula nog niet volledig ontwikkeld. Hierdoor zijn ze meer vatbaar voor sterke wisselingen van omstandigheden, zoals weersinvloeden. Door het afharden van planten wordt de aanmaak van deze laag gestimuleerd en zijn de zaailingen sterker bestand tegen de omstandigheden buiten.
De zaailingen zijn in de meest optimale omstandigheden gezaaid en ontkiemd. De temperatuur was goed, de waterhuishouding op orde en op de vensterbank kregen ze precies genoeg licht. En dan komt het moment dat ze de tuin in kunnen; de zaailingen zijn groot en sterk genoeg om uit te planten. Maar, de omstandigheden buiten zijn een stuk minder optimaal dan binnen. Wind, UV-straling, wisselende temperaturen en (lucht)vochtigheid kan de zaailingen flink teisteren.
Om de plant zo sterk mogelijk over te brengen van binnen naar buiten worden de zaailingen afgehard. De zaailingen kunnen eerst acclimatiseren aan de wisselende omstandigheden voordat ze met de wortels in de grond gaan. Hiermee voorkom je een te harde overgang. Hard je de zaailingen niet af, dan loop je kans op stress bij de plant. Hierdoor kan het voorkomen dat de plant uiteindelijk moeite krijgt met het opnemen van voedingsstoffen of zelfs het ontwikkelen van vruchten.
Hoe werkt afharden?
Voordat je start met afharden
- Heb je een warmtemat gebruikt voor het ontkiemen van de zaden? Verwijder deze dan ongeveer een week voordat de zaden naar buiten gaan.
- Als je kweeklampen gebruikt bij de zaailingen dan laat je deze tot het laatste moment aan. Bij voorkeur schakel je de lampen op een timer: circa 16 uur aan en 8 uur uit. Haal je de lampen al eerder weg dan loop je het risico op langwerpige stelen en daarmee een zwakke plant.
- Controleer of de wortels nog genoeg ruimte hebben in de zaaitray of potjes. Zijn de wortels al flink gegroeid, verpot ze dan eerst een week in een grotere pot en laat deze een week rusten. Hiermee voorkom je stress aan de plant.
De zaailingen afharden
Gemiddeld genomen duurt het afharden van zaailingen 7 tot 10 dagen. Start met afharden wanneer de temperatuur 7 graden Celcius of hoger is. Breng de zaailingen niet naar buiten bij lagere temperaturen.
Zet de zaailingen de eerste dag ongeveer twee uur buiten. Zet ze niet in de volle zon, uit de wind of in een regenbui. Bouw iedere dag het aantal uren buiten iets op. De tweede dag circa 4 uur, de derde dag 5 uur et cetera. Na drie dagen op een beschutte plaats kunnen de zaailingen twee uurtjes in de directe zon. Let hierbij wel op dat de plantjes genoeg water hebben en niet direct uitdrogen.
Het beste plaats je de plantjes in de ochtend buiten, dan is de zon milder dan in de middaguren. Op de vierde dag zet je de planten zo’n 6 uur in de schaduw en 2 uur op een beschutte plaats in de zon. Bouw de uren zonlicht gelijkmatig op, tot de planten de hele dag buiten kunnen staan. Vanaf dit moment zijn de planten afgehard en kun je ze uitplanten.
Kies voor het afharden een plaats waar de zaailingen beschermd zijn tegen aanvallen van vogels en slakken!
Hou ook na het uitplanten de temperaturen goed in de gaten. Wordt er onverwacht vorst verwacht? Bedek de plantjes dan met een ademend materiaal zoals jute of vliesdoek.
Wat gebeurt er als je zaailingen niet afhardt?
Het afharden van de plantjes heeft even inspanning nodig, maar de risico’s die je loopt als je het niet doet kunnen funest zijn. Het kan zeker ook goed gaan, maar wees je wel bewust van de mogelijke risico’s.
Planten die je afhardt zijn beter geacclimatiseerd tegen de weersinvloeden. Doe je dit namelijk niet, dan kan het zijn dat de bladeren een gele of witte teint krijgen. Dit is verbranding door de zon: de planten komen vanuit kunstlicht plotseling in de (felle) zon terecht. Aangetaste bladeren hebben meer moeite met fotosynthese, waardoor onder andere de groei achter kan blijven.
Als je binnen voorzaait en later de zaailingen in de volle grond uitzaait hebben planten last van een zogeheten ‘shock‘. Ze moeten weer wennen aan de andere omstandigheden. Dit geldt ook voor afgeharde planten. Maar, het rustig opbouwen van de weersinvloeden voorkomt wel te grote verschillen waar de plant tegen bestand moet zijn. Zou je dit niet doen, dan loop je de kans op een te grote transplantatieshock met alle gevolgen van dien: zaailingen die verwelken, stoppen met groeien of zelfs afsterven. Als de zaailingen dit wel overleven, kunnen zij vatbaarder worden voor ziekten en plagen.
Stem het afharden van de zaailingen af op het moment van uitplanten. Gebruik hiervoor je eigen zaaischema zodat je alles in één oogopslag hebt. Handig!
Als je de stekjes binnen hebt gegroeid dan is het ook aan te bevelen om ze af te harden voordat ze de volle grond in gaan. Hou bij stekjes aan dat ze naar buiten kunnen (en dus eerst afgehard worden) wanneer ze eigen bladeren hebben en dus de groei is begonnen.
Hou rekening met 7 tot 10 dagen voor het afharden van de plantjes. Iedere dag kunnen ze iets langer buiten gezet worden om te wennen aan de weersomstandigheden. Heb je geen 10 dagen tijd meer tot het moment van uitplanten? Gebruik dan in ieder geval de dagen die je nog hebt om de plant buiten te laten acclimatiseren.
Koop je bij een tuincentrum of kwekerij je zaailingen, dan hebben deze in de meeste gevallen al een weg afgelegd: ze zijn mogelijk vermeerderd, verplant, verpakt en verzonden en hebben dus al een hele reis ondernomen. Het afharden kan dan in een kortere tijd gedaan worden. Plaats de zaailingen de eerste dag in gefilterd licht, de tweede dag in de volle zon en de derde dag in de koelere avonduren buiten voordat je ze in de volle grond uitplant.
Wil je jouw kansen op een succesvolle oogst verder vergroten? Test dan na het hoogseizoen de kwaliteit van de grond. Zo weet je precies welke groenten kans van slagen hebben in het bodemklimaat in jouw tuin en kun je eventueel aanpassingen doen om de kwaliteit te verbeteren.