Aardbeien zijn niet alleen erg smakelijk en makkelijk te houden in de (kleinere) moestuin, ook beloont deze plant je regelmatig met nieuwe uitlopers. Een makkelijke manier om jouw favoriete plant te vermeerderen.
Een aardbeienplant zal uit zichzelf uitlopers vormen, waaruit een nieuwe plant kan groeien. Let bij het vermeerderen wel op dat je de nieuwe plant niet te snel losmaakt van de hoofdplant. Zorg voor een juiste locatie dat de tuin niet overwoekerd raakt en een sterk genoeg wortelgestel voordat je de nieuwe plant losmaakt van de hoofdplant.
Aardbeienplanten vermeerderen is eenvoudig als je de plant op de juiste manier deelt. Volg onderstaande aandachtspunten om succesvol je eigen aardbeienplant te vermeerderen en nóg meer te kunnen genieten van heerlijk verse aardbeien uit eigen tuin!
Klik direct naar wat je zoekt
Welke aardbeienplanten kunnen vermeerderd worden?
Niet alle rassen maken uitlopers en kun je dus op deze manier vermeerderen. Met name wilde rassen maken erg moeilijk uitlopers, als ze deze al maken. Dit soort moet je dus echt uit zaad kweken. Dan is er nog het verschil tussen kortdragende en doordragende rassen. Met name de doordragende rassen maken uitlopers en zijn dus makkelijk te vermeerderen.
Als je meer wilt weten over de verschillen tussen kortdragende en doordragende rassen lees je hier verder.
Aardbeienplanten kun je op verschillende manieren krijgen. De twee lastigste manieren zijn opkweek uit zaad en het delen van de plant. Heb je eenmaal een aardbeienplant dan kun je deze het makkelijkst vermeerderen door middel van uitlopers. Dit zijn lange stengels die de plant zelf produceert. Hou je ze niet in de gaten dan kan het zijn dat je plotseling drie of meer planten uit één plant hebt! Zodra de uitloper hecht in de grond wordt een nieuw wortelgestel gemaakt en heb je al een nieuwe aardbeienplant. Makkelijk als je graag wilt vermeerderen, maar wil je dit niet dan moet je de uitlopers wel goed in de gaten houden en op tijd verwijderen uit de plant.
Uitlopers herken je makkelijk aan de aardbeienplant. Vanuit het hart van de plant zullen horizontale stengels gaan groeien. Dit zijn de uitlopers. Neem je deze niet tijdig weg, dan zullen er knopen gevormd worden aan deze stelen. Vanuit deze knopen wordt de nieuwe aardbeienplant gemaakt.
In deze knopen wordt een nieuw wortelgestel ontwikkeld. Op het moment dat deze knoop de bodem raakt en hier kan wortelen, dus een gezonde bodem vindt, zal het wortelgestel zich hechten in de grond. Dit is de start van de nieuwe aardbeienplant. Wil je deze plant als bodembedekker gebruiken? Dan kun je gewoon de uitlopers laten gaan, zij zullen zelf hun plaats zoeken en nieuwe planten gaan vormen. Het is wel goed om te weten dat de oogst minder wordt als je teveel planten op elkaar hebt staan. Wil je een zo groot mogelijke oogst, zorg dan altijd voor een juiste plantafstand: minimaal 25 cm afstand in rij en 50 cm afstand onderling.
De eerste uitlopers kun je al vroeg in het seizoen aantreffen. Wil je de moederplant houden, neem dan de eerste uitlopers zo snel mogelijk weg. Zo voorkom je dat alle energie van de plant gaat in het ontwikkelen van een nieuwe plant in plaats van het groeien van vruchten. Ook later in het seizoen kan de plant nog uitlopers maken waar je een nieuwe plant uit kunt laten groeien.
Uitlopers op rij
De aardbeienplant is een meerjarige plant. Gemiddeld kun je drie tot vier jaar lang van dezelfde plant genieten met een gelijkwaardige opbrengst. Na deze periode is het aan te raden de planten te vervangen. Daarom wordt bij het vermeerderen door uitlopers vaak gebruik gemaakt van het sturen in rijen. Hierbij worden de uitlopers op een volgende rij uitgemeten en vastgezet. Hier lees je alle manieren om uitlopers vast te zetten.
Vooral wanneer je een flink aantal aardbeienplanten wilt planten in de tuin is het handig om in rijen te vermeerderen, zodat je weet wanneer het tijd wordt om planten te vervangen. Zo weet je namelijk precies per rij hoe oud de plant is en wanneer het tijd wordt om deze te vervangen. Zet de eerste plant op rij 1, maak in het eerste jaar een nieuwe rij nieuwe plantjes en vervolg dit jaarlijks. Na drie jaar neem je de eerste aardbeienplant weg en maak je hier weer ruimte voor een nieuwe plant, die dan dus de jongste van de rij is. Zo heb je ieder jaar nieuwe planten én de grootst mogelijke opbrengst!
Uitloper in pot
Heb je niet zoveel ruimte of geen behoefte aan rijen vol aardbeienplanten? Vermeerderen door middel van uitlopers kan ook in potten of kweekzakken. Zodra de uitloper lang genoeg is zet je een extra pot naast de moederplant en zet je de uitloper vast. Wacht ook hier tot de uitloper geworteld heeft voordat je de nieuwe plant losmaakt van de hoofdplant. Het voordeel van uitlopers in potten stekken is dat je ze eenvoudig op een andere plaats, zoals in de kas, kunt zetten. Aardbeienplanten zijn overigens uitermate geschikt voor teelt in de tuinkas!
Uitlopers vastzetten
Als je de uitlopers op rij wilt vermeerderen dan is het noodzakelijk om de uitloper te sturen. Door de flexibele steel is dit makkelijk te doen. Het bevestigen van de uitloper kan op verschillende manieren:
- Krammetjes over de uitloper plaatsen
- Metaaldraad buigen in U-vorm en deze over de uitloper vastzetten in de grond
- Flexibele twijgjes in U-vorm over de uitloper vastzetten in de grond
- Heb je nog oude tentharingen over? De ideale manier om uitlopers vast te zetten!
Heb je eenmaal bepaald waar je de uitlopers wilt hebben en heb je deze vastgezet op de juiste locatie dan wordt het tijd om de uitloper te helpen bij het uitgroeien. De nieuwe wortels moeten natuurlijk sterk groeien, dus zorg voor voldoende water zodat de plant een sterk wortelgestel kan vormen.
Uitlopers losmaken van de hoofdplant
Heeft de uitloper een sterk wortelgestel ontwikkeld dan kun je deze losmaken van de hoofdplant. Test voordat je de nieuwe plant losmaakt eerst of de wortels sterk genoeg zijn. Trek voorzichtig aan de nieuwe plant. Zit deze stevig vast in de grond? Dan kun je de plant losmaken. Trek je de plant nog redelijk makkelijk uit de grond, wacht dan nog even totdat de wortels verder ontwikkeld zijn.
De nieuwe plant kun je op twee manieren loshalen van de moederplant. Zodra de nieuwe plant geworteld is zal de uitloper vanzelf afsterven en losbreken van de hoofdplant. Laat de natuur haar gang gaan en wacht tot de beide planten vanzelf losbreken van elkaar. Wil je liever zelf de uitloper verbreken? Dan kun je ook de uitloper doorknippen. Knip deze aan beide planten kort af. Nogmaals: wees er wel zeker van dat de nieuwe plant goed geworteld is voordat je de verbinding verbreekt!
Vergeet niet na het losknippen van de plant om een laag mulch rondom de nieuwe stek te plaatsen. Zo voorkom je rotting van de vrucht en wordt het vocht in de bodem beter vastgehouden.
In theorie zou je met één plant kunnen beginnen en iedere drie jaar kunnen stekken voor een optimale opbrengst. Wat je hierbij wel in de gaten moet houden is de kans op virussen. Heb je eenmaal een virus in de plant en blijf je hier mee doorstekken, dan zal dit van plant tot plant overgebracht worden. Koop in dat geval liever een nieuwe plant en verwijder de oude planten om te voorkomen dat je oogst verminderd.
De plant die gevormd wordt vanuit een uitloper heeft dezelfde genetische samenstelling als de moederplant. De kracht van de stek is dus niet minder dan de hoofdplant. Let wel op virussen in de plant, deze draag je door middel van stekken dus ook makkelijk over op de nieuwe plant.
Plaats nieuwe aardbeienplanten zoveel mogelijk in een luchtige en humusrijke grond. Zo geef je het stekje de beste omstandigheden om sterke wortels te groeien. Plaats daarnaast ook een laag mulch rondom het nieuwe plantje om het vocht vast te houden in de bodem. Nieuwe stekjes hebben voldoende vocht en voedingsmiddelen nodig om uit te kunnen groeien tot volwaardige planten.
De aardbeienplant maakt makkelijk uitlopers waardoor je snel nieuwe planten kunt krijgen. Wil je geen extra planten, haal dan het liefst zo snel mogelijk uitlopers weg om te voorkomen dat de energie van de plant naar de uitlopers gaat in plaats van het ontwikkelen van mooie aardbeien. Het verwijderen van uitlopers zorgt er daarnaast voor dat de planten beter herstellen. Vooral bij planten die je meerdere seizoenen wilt gebruiken is het belangrijk dat ze zo sterk mogelijk de winterperiode in gaan.