Het succesvol telen van je eigen gewassen is afhankelijk van veel verschillende factoren: het weer, de kwaliteit van de zaden, insecten en andere dieren en het type grond waarop je teelt. Op een aantal van deze factoren heb je geen invloed, maar door je goed voor te bereiden op het seizoen vergroot je de kans op een mooie oogst aanzienlijk.
Aan de hand van een zaaischema bepaal je eenvoudig wanneer je de zaden het best kunt zaaien, gebaseerd op de verwachte laatste mogelijke vorstdag. Daarnaast geeft het inzicht in wanneer de zaailingen uitgeplant en eventueel afgehard kunnen worden. Op basis van van je vooraf opgestelde zaaischema weet je precies wat wanneer gebeuren moet!
Door slim gebruik te maken van de bestaande kennis kun je de kans op een succesvolle oogst aanzienlijk vergroten. Maak voordat je begint met zaaien je eigen zaaischema. Gebruik je zaden uit een eerdere oogst of die je al langer dan een jaar geleden gekocht hebt? Doe dan eerst een kiemtest om te bepalen of de zaden nog genoeg kiemkracht hebben.
Voor het invullen van het zaaischema kun je een eigen overzicht maken of het gratis Succesvol Tuinieren format gebruiken.
Waarom een zaaischema?
Een zaaischema is een fijn hulpmiddel om te bepalen wat de juiste zaai- en uitplanttijd per gewas is.
Zaai je de zaden te vroeg, dan heb je een grote kans op het doorschieten van de zaailingen. Het resultaat zijn dunne, sprieterige stengels die niet sterk genoeg zijn om door te ontwikkelen tot volwaardige plant. Begin je daarentegen te laat met zaaien dan hebben de zaailingen niet genoeg tijd om aan te sterken voor het uitplanten. Wat overblijft zijn zwakke zaailingen die grote moeite hebben om een succesvolle oogst te produceren.
Het telen vanuit zaad brengt veel voordelen met zich mee. Door je eigen zaden te zaaien bespaar je een hoop ten opzichte van het aanschaffen van zaailingen. Ook geeft het je de gelegenheid de sterkste zaailingen uit te zoeken en uit te planten. Van de meeste gewassen heb je ook ruimer keus in aanbod van zaden dan van zaailingen.
Maak je eigen zaaischema
Het maken van een zaaischema bevat veel meer onderdelen dan alleen de aanbevolen zaai- en uitplanttijd zoals aangegeven op de verpakking van de zaden. Volg onderstaande stappen om je eigen zaaischema op te stellen.
Maak altijd voor je begint met het zaaischema een moestuinplan. Hierin bepaal je welke gewassen je wilt telen, wat de best geschikte plaats is per gewas en hoeveel planten je per soort nodig hebt.
- Bepaal de laatste vorstdag
Een cruciaal onderdeel van het voorzaaien is het bepalen van de laatste verwachte vorst. Dit is van grote invloed op het (voor)zaaien, maar wordt helaas nog te vaak vergeten.
In de regel wordt IJsheiligen aangehouden als datum voor de laatste mogelijke vorst. IJsheiligen zijn de naamdagen van een aantal Katholieke heiligen. Deze dagen vallen in de periode tussen 11 en 15 mei. Na deze datum is de kans op nachtvorst zo klein mogelijk, en is dus een goed startpunt om vanuit te gaan. In de afgelopen 30 tot 40 jaar is de laatste nachtvorst gemiddeld tien dagen eerder geweest. Dit kan per gebied nog wel eens verschillen, dus bepaal voor jouw tuin wanneer de beste datum is om vanuit te starten.
Noteer jouw gekozen datum als startpunt in je eigen zaaischema, of vul deze in op het format. - Noteer de gewassen
Noteer in het zaaischema de gewassen die je komend seizoen in de moestuin wilt telen. Zowel de zaden die je binnen voor wilt zaaien als de zaden die je direct in de volle grond zaait noteer je in het schema.
In de tweede kolom noteer je het aantal geplande planten. Let op: zaai altijd extra zaden voor het geval niet alle zaden ontkiemen. Zo voorkom je tekorten op een later moment. Weten hoe het er voor staat met de kiemkracht van je zaden? Doe dan eerst een kiemtest voordat je begint. - Data bepalen
Op vrijwel alle verpakkingen van zaden vind je instructies voor het zaaien. Wanneer je het beste binnen of buiten kunt voorzaaien, na hoeveel weken de zaailingen uitgeplant kunnen worden, de afstand tussen de planten en rijen en de beste oogstmaand.
Heb je geen originele verpakking of ontbreken de instructies? Op verschillende plaatsen zijn maandelijkse zaaikalenders te vinden die deze informatie bevatten. - Noteer de data in het zaaischema
Vul per soort in welke datum de zaden gezaaid moeten worden op basis van de laatste vorstdatum onder ‘Geplande zaaidatum’. De daadwerkelijke zaaidatum kun je later aanvullen in de vierde kolom.
In de vijfde kolom vul je de datum in waarop de zaailingen uitgeplant kunnen worden. De daadwerkelijke datum kun je op een later moment noteren in de zesde kolom. Vul zo het schema voor alle geplande gewassen. Hou hierbij ook rekening met het afharden van zaailingen die binnen voorgezaaid zijn. Deze datum vul je in de vijfde kolom in. Alle informatie over het afharden van zaailingen lees je hier. - Verslaglegging
Met alle werkzaamheden in de tuin vergeten we nog wel eens om de uitkomsten vast te leggen. Probeer zo veel mogelijk de werkelijke data waarop je de zaden gezaaid en uitgeplant hebt te noteren. Dit geeft je een goed houvast voor een volgend seizoen: waren de gebruikte data succesvol of merkte je dat de zaailingen langer of korter nodig hadden dan vooraf ingeschat? Zo kun je bepalen of de gekozen data succesvol waren of dat je voor een volgend seizoen de zaaitijd korter of langer moet aanhouden.
Tip: om zo consistent mogelijk te werk te gaan is het aan te raden om een vaste dag per week te kiezen als zaaidag
Het zaaischema kun je ook gebruiken voor het telen in de kas. Als je de gewassen laat groeien in de kas, dan sla je kolom vijf ‘start afharden’ over. De overige kolommen geven je ook bij het gebruik van een tuinkas houvast voor de juiste zaai- en uitplanttijden.
Een zaaischema is een handig hulpmiddel om precies op de juiste tijd te zaaien, af te harden en uit te planten. Merk je dat je toch te voorzichtig of voorbarig geweest bent in de planning? Vergeet dit dan niet te noteren voor het volgende seizoen!