Succesvol Moestuinieren

Maak je eigen vermicompost

Maak je eigen vermicompost

Vermicompost, of wormencompost, is de ultieme aanvulling op reguliere compost. Het houdt voedingsstoffen vast, en geeft dit gereguleerd af aan de bodem. Het is kant en klaar verkrijgbaar, maar ook eenvoudig zelf te maken.

Vermicompost wordt gemaakt met behulp van een wormenbak. Met speciale wormen, epigeïsche regenwormen, wordt huis- en tuinafval gecomposteerd tot vermicompost. Het enige wat je nodig hebt is een geschikte bak, genoeg wormen, de juiste temperatuur en afvalstoffen.

Vermicompost is simpel zelf te maken, als je een paar voorwaarden in de gaten houdt. Wil je zelf starten met je eigen wormenbak, lees dan hier alles over het succesvol vermicomposteren met behulp van een wormenbak.

Benodigdheden

Voordat je kunt gaat starten met vermicomposteren heb je een aantal dingen nodig. Als eerste natuurlijk een geschikte wormenbak. Bepaal ook hoe groot de wormenbak mag zijn. De grootte van de bak bepaalt niet alleen de hoogte van de opbrengst, ook moeten er voldoende wormen in zitten en moet je genoeg afvalstoffen hebben om de wormen te kunnen voeden.

Maak je eigen vermicompost

Daarna wil je bepalen of je de wormenbak zelf maakt, of dat je deze aanschaft. Je hebt keuze uit een enkele wormbak, of een bak met meerdere lagen. Alle informatie over deze verschillende soorten lees je hier. Wil je weten hoe je zelf een wormenbak maakt en inricht? Lees dan hier verder.

Voor de inhoud van de bak heb je genoeg bodembedekking nodig, bruin organisch materiaal en voeding voor de wormen, en natuurlijk de wormen zelf.

Waar plaats je de wormenbak?

Er zijn een paar voorwaarden om op te letten bij het plaatsen van een wormenbak.

De wormenbak plaats je op een locatie waar je er makkelijk bij kunt. Ook al zijn de wormen onderhoudsarm, je moet er wel voor zorgen dat ze voldoende voedingsstoffen krijgen. Zo één keer in de 1 à 2 weken voeden heeft de voorkeur, afhankelijk van hoeveel wormen in de bak zitten en hoe snel ze de vorige gift verteren. Let er wel op dat dit bij extremere temperaturen kan afwijken.

Wormenbakken vind je zowel binnen als buiten. Zo lang de temperatuur optimaal is kan de wormenbak er geplaatst worden. In de kelder, in de keuken en in de zomer zelfs gewoon buiten. Let wel op dat de wormenbak naar een koelere locatie gaat wanneer de buitentemperaturen boven de 25°C komt en naar een warmere locatie als de temperatuur lager wordt dan 15°C.

Je hoort ook wel eens dat wormenbakken direct in de moestuin of moestuinbed geplaatst worden. Hiervoor wordt een gazen constructie gebruikt. Voordeel is dat je het residu niet hoeft te oogsten en dit direct door de bodem opgenomen wordt. Let wel op dat dit in het Nederlandse klimaat niet altijd op gaat. In het voorjaar kun je hier voor kiezen, maar wanneer het weer winter wordt en de temperatuur daalt dan loop je het risico dat de wormen de kou niet overleven. Dat zou betekenen dat je jaarlijks nieuwe wormen aan moet schaffen om de bak weer te vullen.

Welke wormen zijn geschikt voor vermicompost?

Er zijn wereldwijd meer dan 9.000 soorten regenwormen. Deze zijn op te delen in drie soorten:

  • Anecische regenwormen: dit zijn de meest bekende regenwormen. Deze wormen leven in verticale holen in de grond en eten deze grond ook. ’s Nachts komen zij naar buiten om wat bladafval te halen
  • Endogeïsche regenwormen: leven in horizontale holen en eten aarde
  • Epigeïsche regenwormen: leven boven de grond en eten organisch materiaal. Binnen deze soort zijn 7 verschillende typen te onderscheiden die bruikbaar zijn voor vermicomposteren.

Alleen epigeïsche regenwormen zijn geschikt voor de wormenbak. Binnen dit type regenwormen zijn nog weer verschillende soorten. In totaal zijn er 7 soorten geschikt om te gebruiken, maar slechts één heeft de voorkeur: de Eisenia fetida. De meer gangbare naam voor deze regenworm is rode wiggler, tijgerworm of mestworm. Deze worm staat er om bekend veel te eten en zich veel voort te planten. Daarbij zijn ze niet geneigd een andere omgeving op te zoeken, wat bij andere soorten nog wel het geval kan zijn.

Maak je eigen vermicompost

Nu we weten dat epigeïsche regenwormen gebruikt worden voor vermicomposteren en dat zij boven de grond leven weten we ook dat we geen vuil kunnen toevoegen aan de regenwormbak. Voedselresten, kranten en bladeren worden door deze regenwormen gegeten, geen vuil. Deze wormen zitten het liefst in een vochtige omgeving, omgeven door ontbindend materiaal en uit de directe zon. Dit is dan ook gelijk de reden dat deze regenwormen niet presteren direct in de moestuin. In een bed met keurig gezaaide gewassen en vrij van onkruid zal deze regenworm niet overleven.

Zet geen verschillende soorten wormen bij elkaar, de kans dat ze goed samen kunnen is klein!

Hoeveel wormen heb je nodig?

Begin met zo’n 1.000 wormen voor een gemiddelde maat bak. De wormen zullen in een bak of zak geleverd worden. Haal ze niet zelf uit de zak, de kans bestaat dat ze hierbij verdrukt worden. Leg in plaats daarvan de zak op het vochtige bodemmateriaal in de wormenbak en laat ze de nacht rusten. In de meeste gevallen zijn de wormen de volgende dag zelf uit de bak of zak gegaan, omdat zij een vochtige omgeving verkiezen boven een droge bodem.

In ideale omstandigheden kan de wormenpopulatie zich iedere maand verdubbelen. Wormen die in een besloten omgeving leven zullen hun populatie afstemmen aan de ruimte. Je hoeft er dus geen rekening mee te houden dat er zich teveel wormen ontwikkelen in de wormenbak.

Waar koop je de wormen?

Mestwormen kun je op verschillende plaatsen krijgen. Ga vooral niet zelf op zoek naar wormen, de kans dat je de juiste wormen in de tuin vindt is klein. De beste keuze om de wormen aan te schaffen is bij een speciale wormenkweker. Ze zijn bijvoorbeeld ook verkrijgbaar bij viswinkels, maar hier betaal je vaak naar verhouding een stuk meer.

De wormenbak opstarten

Heb je alle benodigdheden verzameld, dan kun je gaan starten met de wormenbak. Begin met de basis: de bodembedekking. Neem een stuk karton of krantenpapier en laat dit 24 uur weken in water. Zo neemt het materiaal genoeg vocht op voor de eerste opstart. Wring het materiaal uit zodat het sponsachtig nat is en plaats het op de bodem van de bak.

Maak vervolgens een laag van bruin materiaal: bladeren, papier, koksvezel en zelfs wat compost. Om zo snel mogelijk van start te kunnen en de wormenbak ‘in bedrijf’ te krijgen wordt het aangeraden om al een laag vermicompost of compost op de bodembedekking te plaatsen. Zo voelen de wormen zich straks beter thuis en starten zij het proces eerder. Maak deze laag niet groter dan 25% van de totale inhoud.

Vervolgens vul je de rest van de wormenbak met voornamelijk bruin materiaal. Maak vervolgens een kuil, plaats hier een klokhuis of bananenschil in en dek deze af met wederom bruin organisch materiaal. Zo kan de ontbinding alvast op gang komen voordat de wormen toegevoegd worden.

Daarna is het tijd om de wormen toe te voegen aan de wormenbak. Leg de zak of bak met wormen in de wormenbak. Laat het deksel open: de wormen houden niet van licht en zullen vanzelf uit de zak of bak komen en in het organisch materiaal duiken. Zo voorkom je dat de wormen uit de bak kruipen in de komende 24 uur.

Maak je eigen vermicompost

Wacht een week voordat je opnieuw gaat voeden. De wormen hebben tijd nodig om zich aan te passen aan hun nieuwe omgeving en hebben in eerste instantie voldoende voeding voor de eerste dagen. Controleer na een week eerst of de voeding geconsumeerd is. Zo niet, wacht dan nog even met bijvoeden.

Let goed op wanneer je het voedsel aan de bak toevoegt. Maak een kuil in het materiaal, doe daar de voeding in en bedek dit daarna weer met het materiaal. Doe je dit niet, dan loop je het risico fruitvliegjes te krijgen in de wormenbak. Dek het materiaal altijd af met een laag ‘bruin’ materiaal, zoals papier, houtsnippers, karton of bladeren.

Merk je dat de wormenbak niet goed functioneert? Lees dan hier alle mogelijke oorzaken van problemen in de wormenbak.

De belangrijkste voorwaarden van vermicompost

Omdat regenwormen levende organismen zijn moet je rekening houden met een aantal invloeden om de wormen in leven te houden. Epigeïsche regenwormen kunnen niet tegen direct UV-licht. Dek de bak daarom altijd af. Sluit de bak niet hermetisch af, want zonder zuurstof zullen de wormen het ook niet overleven. Voeg met regelmaat voedsel en vocht toe, zodat de wormen kunnen overleven.

  • Voeding: pas de toegift van materialen altijd af op het tempo van de regenwormen. Voeg je namelijk teveel tegelijkertijd toe, dan gaan de wormen altijd op zoek naar het meest ‘verse’ voedingsmiddel. Wat al langer in de bak ligt zal dan gaan rotten, wat slecht is voor de vermicompost
  • Vocht: voeg nooit direct water toe aan de wormenbak. Doe je dit wel, dan kun je een stinkende bak verwachten. Voeg in plaats daarvan vochtige materialen toe. Dompel kranten bijvoorbeeld eerst onder in water voordat je het aan de wormenbak toevoegt.
  • Onderhoud: wees je er van bewust dat je werkt met levende dieren. Zorg dus voor voldoende lucht, vocht en voeding zodat de wormen in leven blijven en hun werk kunnen blijven doen
  • De juiste wormen: voor het vermicomposteren is het essentieel dat je de juiste wormen gebruikt. Epigeïsche regenwormen leven in composterende materialen en niet in de bodem, in tegenstelling tot anecische en endogeïsche regenwormen. Kies dus alleen voor epigeïsche regenwormen.

Als de wormenbak in bedrijf is…

Controleer de wormenbak dagelijks. Zo merk je het snelst afwijkingen of bijzonderheden op.

Zie je geen wormen in de bak? Dat is een goed teken! Wormen houden niet van licht, en zullen zich dus goed verscholen tussen het materiaal houden. Zit er een enkele worm bovenop het materiaal en schiet deze naar beneden zodra je de bak opent, dan is dit ook geen probleem.

Zodra je ziet dat de wormen aan het deksel of de zijkant zitten dan is dat een teken dat er iets aan de hand is. Tel je er minder dan tien, dan hoef je je nog geen zorgen te maken. Zijn het er meer, dan is er iets aan de hand. De voornaamste redenen van problemen in de wormenbak zijn een te hoge temperatuur, te veel vocht of te weinig vocht. In het uiterste geval bevindt zich te veel (rottend) materiaal in de bak voor de wormen, wat een gas afgeeft waar de wormen niet tegen kunnen.

Maak je eigen vermicompost

Wat mag niet in de wormenbak?

Citrusvruchten zoals citroen, sinaasappels en grapefruit. Dit kan wel in de reguliere compostbak. Vlees, vet, olie, botten, vis, kruiden (en gekruide etenswaren) en zuivelproducten. Uitwerpselen van dieren. Materialen die niet organisch zijn. Tuinafval wat bespoten is met bestrijdingsmiddelen en giftige planten.

Wat mag wel in de wormenbak?

Groente- en fruitresten die makkelijk te verteren zijn, zoals sla en meloen. Voeg geen harde stengels toe, dit duurt te lang voordat het verteert en de wormen gaan in de tussentijd op zoek naar verser materiaal. Koffiedik en -filters, theezakjes, eierschalen, papier, compost, karton, maar géén glanzend papier. Wees voorzichtig met pasta, granen, uien, brood en knoflook: deze soorten mogen alleen in kleine hoeveelheden toegevoegd worden.

Voeg alleen kleine stukjes materiaal toe, zo is het makkelijker te verteren door de wormen.

Wanneer is de vermicompost klaar voor gebruik?

Vooral wanneer je een wormenbak met één laag gebruikt is het soms lastig te bepalen wanneer de vermicompost klaar is voor gebruik. Gebruik je een wormenbak met één bak? Dan kan het 4 tot 6 maanden duren voordat je de eerste vermicompost kunt oogsten. Gebruik je een wormenbak met meerdere lagen dan kun je de bovenste bak gaan vullen zodat de wormen overstappen op de nieuwe bak. De onderste bak kun je dan gaan legen.

Maar hoe weet je of de wormcompost kwalitatief goed is? Hier zijn een paar richtlijnen voor:

  • De vermicompost heeft een diepe, donkerbruine kleur. In tegenstelling tot reguliere compost is vermicompost niet zwart. Is het wel zwart, dan wijst dit er op dat het anaëroob is geworden en dus geen zuurstof meer bevat. Heeft de vermicompost een diepe, chocoladebruine kleur? Dat wijst op goede wormencompost!
  • De textuur is gelijk. Niet alle voedingsstoffen die de wormen krijgen zullen verteerd worden, maar zodra de vermicompost klaar en kwalitatief goed is, heeft het een gelijke textuur. Zitten er dus nog afwijkende stukken in dan is het materiaal nog niet klaar om geoogst te worden
  • De productie van de wormen vertraagt. Ook voor wormen zijn hun uitwerpselen niet aantrekkelijk. Je zal zien dat de wormen minder gaan voortplanten zodra er een te diepe laag vermicompost in de bak zit. Zodra de vermicompost klaar is, zullen zij dus minder actief worden. Het oogsten en zorgen voor een wormenbak met weinig vermicompost en een nieuwe laag voeding zal de productie weer laten toenemen.
  • De wormen worden kleiner. Zodra de bak gevuld wordt met compost in plaats van voedingsstoffen worden de wormen minder actief, verteren zij minder en ogen daardoor kleiner. Een goed teken dus dat het tijd wordt om te oogsten!
  • Een vlak en mogelijk pluizige laag op de compost betekent dat het klaar is om geoogst te worden. In feite is het al langere tijd klaar om geoogst te worden, dus zodra je dit ziet wil je niet meer te lang wachten!

Hoe oogst je de vermicompost?

Het duurt zo’n 4 tot 6 maanden voordat je de eerste vermicompost kunt oogsten. Het residu bevindt zich op de bodem van de bak. Het lijkt op aarde en ruikt niet. Om het materiaal te oogsten zijn er drie manieren:

  • Lichtmethode: deze methode ‘verstoort’ de wormenbak het meest. Je zorgt voor een groot zeil of een bak van ongeveer dezelfde grootte als de wormenbak. Vervolgens keer je de wormenbak om, zodat de onderkant van de vulling boven komt te liggen en makkelijk geoogst kan worden. Door dit in een lichte ruimte (of onder verlichting) te doen, zullen de wormen naar beneden duiken in het organisch materiaal, wat je weer terugplaatst in de wormenbak na het oogsten.
  • Horizontaal oogsten: Met deze methode voer je de wormen aan één kant van de wormenbak. Hierdoor zullen alle wormen aan dezelfde kant zitten, en kun je de andere kant oogsten. Hierna herhaal je de procedure met de andere kant. Hiermee verstoor je de bak het minst.
  • Verticaal oogsten: deze methode is alleen mogelijk bij een wormenbak met meerdere lagen. Zodra de vermicompost klaar is om geoogst te worden start je met het vullen van de tweede laag met voeding. De wormen zullen naar de bovenste bak trekken en door de ontluchtingsgaatjes in de bak kruipen. Zo krijg je de onderste bak vrij van wormen en kun je de bak geheel zonder verstoringen oogsten.

Voorkom het door elkaar halen van de wormenbak. Dit zal stress veroorzaken bij de wormen wat de productie doet verminderen!

Kan vermicompost planten verbranden?

Eén van de vele voordelen van wormcompost is dat het een milde meststof is. Het helpt bij het ontkiemen van zaden en zorgt voor een sterker wortelgestel. Vermicompost zal de planten dan ook niet verbranden. Pas wel altijd op met het geven van meststoffen bij hogere temperaturen. Kies voor de vroege ochtend of late avond om meststoffen toe te voegen aan de bodem.

Kan vermicompost gebruik worden bij bloeiende planten?

Vermicompost neemt voedingsstoffen op en geeft dit gereguleerd terug aan de bodem. Daarom is het ook veilig om te gebruiken bij bloeiende planten.

Hoe vaak moet je water toevoegen aan de wormenbak?

Voeg nooit direct water toe, maar doe dit altijd door het afval of materiaal te doordrenken met water. De wormenbak moet zo vochtig zijn als een uitgewrongen spons: vochtig, maar niet te nat.

Met deze tips kun jij ook makkelijk je eigen wormenbak starten en je eigen wormencompost maken. Maar kies je voor een enkele bak of een toren? En maak je deze zelf of schaf je deze aan? Al deze overwegingen lees je in het volgende artikel: Maak je eigen wormenbak.

Je houd misschien ook van..